Dyscalculie
Dyscalculie is een stoornis die gekenmerkt wordt door hardnekkige problemen met het vlot/accuraat oproepen van rekenfeiten en/of het leren en vlot/accuraat toepassen van rekenprocedures.
Studenten met dyscalculie hebben een verhoogde kans op een comorbide stoornis zoals DCD, ADHD, dyslexie.
“Dyscalculie is een heterogene stoornis met uiteenlopende profielen. De ene persoon heeft last met het vlot oplossen van rekenfeiten (bv. 2 x 5 = 10), terwijl anderen eerder vastlopen in de opvolging van de verschillende stappen in bewerkingen (rekenprocedures). In de literatuur wordt gesproken over cognitieve fenotypes en subtyperingen. Omwille van tegenstrijdige wetenschappelijke bevindingen staan deze subtypes echter nog fel ter discussie.
Het is belangrijk te onthouden dat we in de praktijk zelden zuivere of geïsoleerde subtypes van dyscalculie zien. Het gaat meestal om mengvormen waarbij studenten op meerdere aspecten van het rekenen uitvallen. Bovendien kunnen de problemen zich in de loop van de tijd verder ontwikkelen.
Vanwaar komt het woord dyscalculie?
Het voorvoegsel 'Dys-' komt uit het Grieks en wordt gebruikt in samenstellingen om alles aan te duiden wat niet goed gaat, wat moeizaam loopt, wat zwaar en traag verloopt.
Het woorddeel '-calculie' is afgeleid van het Latijnse calculus: steentje om mee te rekenen (op een telraam bijvoorbeeld). Denk ook aan het Franse "calculer".
Dyscalculie betekent dan: Zeer moeizaam leren rekenen, ondanks goede aanpak en zonder duidelijk aanwijsbare oorzaak.
Wanneer heeft iemand dyscalculie?
Vooraleer je kan spreken van dyscalculie, moeten eerst een aantal vragen beantwoord worden:
- Is dit kind voldoende verstandig om tot goed leren rekenen te komen? Wanneer het IQ lager ligt dan 80 (sommigen zeggen 75) zal men zelden de term dyscalculie gebruiken.·tenzij kinderen duidelijk nog minder goed rekenen dan leeftijdgenoten met een gelijk IQ.
- Ziet dit kind voldoende scherp? Kunnen de ogen normaal bewegen en zijn de oogbewegingen op mekaar afgestemd?
- Hoort dit kind goed?
- Heeft het kind voldoende ruimtelijk inzicht? Getalinzicht en bewerkingen worden meestal visueel (met tekeningen en schema's) aangebracht.
- Begrijpt het kind de leerkracht? Spreekt het de taal van de school? Is het kind als baby en kleuter misschien thuis in een andere taal opgevoed?
- Leeft dit kind in een voldoende stimulerend gezin? Gaat het mee naar de winkel? Wordt het betrokken bij kleine taakjes in het gezin?
- Gaat het regelmatig naar school? Mist het niet te veel lessen? Wegens ziekte? Wegens verhuis? Door spijbelen?
Pas wanneer al deze voorwaarden vervuld zijn en het leren rekenen gaat toch bijzonder moeizaam, dan kan men gaan denken in de richting van dyscalculie. Uiteraard kan minder goed horen, anderstalig opgevoed zijn enz. ook samengaan met dyscalculie, maar dan moeten kinderen het echt minder goed doen dan andere kinderen die minder goed horen of anderstalig opgevoed zijn. In die gevallen (bij minder goed horen) spreekt men over comorbiditeit.
Mogelijk zwakke kanten:
- splitsingen en tafels niet onder de knie krijgen, cijfers niet correct lezen en schrijven
- steeds weer twijfelen bij eenvoudige bewerkingen
- traag rekenen bij eenvoudige bewerkingen, er zijn talrijke rekenfouten
- de klok niet vlot leren lezen
Vaardigheden en technieken
- moeite met de volgorde van de stappen die bij complexe berekeningen moeten worden uitgevoerd bijvoorbeeld een staartdeling uitvoeren of een vergelijking uitwerken
- veel fouten in het uitvoeren van rekenprocedures bijvoorbeeld de volgorde van de bewerkingen altijd verwarren
- het vaak gebruiken van een rekenaanpak die normaal voor jongere kinderen is
- visueel-ruimtelijke en motorische vaardigheden
- motorische onhandigheid bijvoorbeeld lat, passer en geodriehoek onvoldoende kunnen hanteren en onnauwkeurigheid bij technische tekeningen
- geen verbanden zien tussen woord en beeld (grafieken niet kunnen lezen)
- onnauwkeurig noteren bijvoorbeeld 2³ wordt 23, 25 wordt 52
- moeite met kolommen en millimeterpapier
Inzicht
- problemen met onderdelen waarbij ruimtelijk inzicht en kennis van ruimtelijke begrippen van belang zijn (meetkunde)
- vooral steunen op geheugen, nieuwe inzichten enkel door veel oefening verwerven
Mogelijk sterke kanten:
Compenserende vaardigheden
(heel verschillend bij de verschillende vormen van dyscalculie)
- opvallend sterk logisch inzicht en sterk redeneervermogen
- opvallend sterk ruimtelijk en driedimensionaal inzicht
- goed qua onthouden van splitsingen en tafels
- opvallend sterk auditief en verbaal geheugen voor cijfers en rijtjes en dus goed in hoofdrekenen en tafels
- uitgesproken interesse voor cijfermateriaal als data en technische gegevens
- uitgesproken kunstzinnig en/of creatief
- muzikale aanleg (absoluut gehoor)
De term ‘dyscalculie’ is wetenschappelijk nog niet eenduidig gedefinieerd. Sommige wetenschappers zien dyscalculie als een automatiseringsstoornis (zoals dyslexie), anderen beschouwen dyscalculie als een verzamelnaam voor alle rekenstoornissen.
Bronnen :
Eurekaonderwijs : Leerstoornissen geraadpleegd op 14/12/2016 via http://www.eurekaonderwijs.be/leerstoornissen/dyscalculie
HO Gent : Functiebeperking geraadpleegd op 14/12/2016 via https://www.hogent.be/functiebeperking/overzicht-verschillende-functiebeperkingen/dyscalculie/
Sprankel : Dyscalculie geraadpleegd op 14/12/2016 via http://www.sprankel.be/leerproblemen/dyscalculie
Maak jouw eigen website met JouwWeb